Étude littéraire: over een opgelegd thema (in casu de titel plus er moet een geil konijntje in voorkomen) in 60 minuten een verhaal van 20 regels schrijven
Vanaf zijn kopje boven het zand uitgroeide wist hij het: hij was geboren in een klotedorp en een familie van losers. Samen met zijn ouders, broers en zussen vormde hij een prutserig klompje gras, in een dorp van duinen in – godbetert – Zeeland, Nederland. Jarenlang stond hij geërgerd en verloren in de zilte lucht naar de eindeloze zee te turen, dromend van het oerwoud ver aan de overkant, een oerwoud waar hij had kunnen zijn een orchidee of een bromelia, een klimcactus, een doerian, ja, een paranotenboom. In dat geval zou zijn naam Bertholletia Excelsa geweest zijn. Zo veel mooier, zo veel beter, zo veel ambitieuzer dan een simpele grasspriet was hij. Zijn familie zag het met lede ogen aan – samenleven met een ambitieuze grasspriet is niet makkelijk (hij weet alles altijd beter) en de onmacht die daarbij komt kijken (dorre grassprieten kunnen elkaar niet helpen) is haast ondraaglijk. De grasspriet, dat staat vast, zou zonder hulp van buitenaf, zijn leven lang een geërgerd en verloren grassprietje gebleven zijn. Maar zoals dat gaat in verhalen (zeker in verhalen die van elke ambitie gespeend zijn) komt geluk steeds bij een ongeluk. In dit geval was het ongeluk een aan het Zeeuwse duinengras knabbelend geil konijntje en de ambitie het geluk. In tegenstelling tot zijn dorre broer- en zustersprietjes die het geknabbel van dat plots opgedoken geil konijntje lijdzaam ondergingen, weerde de ambitieuze grasspriet zich. Hij wilde, zo ambitieus was hij, zijn eigen vege lijfje redden. En dus riep hij Stop! Weet je wel wie ik ben? Je kan niet zomaar aan mij knabbelen! Ik ben Bertholletia Excelsa! De grootste boom van alle bomen, de Keizer onder de bomen (en in dit geval betekent onder natuurlijk boven), ik ben geheel per ongeluk hier in de Zeeuwse duinen beland! Het konijntje, geil als boter en dus met een roze bril op reageerde meteen: Oh, oh, oh, Majesteit, Keizer, Hoogheid! Als het mag, als het kan, en ja, natuurlijk, ik zou er alles voor doen, ga ik liever met U van bil dan aan uw saaie en groen van nijde soortgenootjes te knabbelen. Ik heb nog nooit met een Keizer het bed gedeeld, het lijkt me heerlijk, overheerlijk, en bovendien ook geil, geil, geil! En omdat dorre grassprietjes afkijken en konijntjes elkaar na-apen, zie je sindsdien in de duinen aan de Zeeuwse kust konijntjes verwoed met hun geile kontjes tegen dorre grassprietjes aanwrijven en fluisteren de golven daar zachtjes hm lekker hoor, erg lekker, hm.