Étude littéraire: over een opgelegd thema (in casu de titel) in 60 minuten een verhaal van 20 regels schrijven
Mijn naam is maan. Sinds het begin der tijden ben ik getrouwd met de zon. Het begon met een brand, een ontploffing, een vreugdevuur aan het tot dan toe pikzwarte firmament. Mijn geliefde! Eindelijk! Wij traden in het huwelijk en schiepen de wereld: blauwe wateren, groengele dalen en rotsige valleien, dicht bebladerde bossen en roestbruine bergen met torenhoge, immer witte spitsen. In de ochtend en voor het slapengaan lachten, zoenden en beminden wij, zon en maan elkaar. Eeuwenlang heersten wij samen en straalde mijn gouden zegelring aan de hemel, aan het firmament. De aarde, ons kind, groeide, bloeide, er kwamen dieren, mensen, wezens bij. Giraffen, koeien, stieren, salamanders, vlinders, vissen en zeemeerminnen met hun wilde haren die waaiden in de noordoostenwind. Met de komst van de sirenes verstomde het lawaai van de wereld en het kabaal van de dieren, wezens. De zeemeerminnen zongen – hemels! Prachtig! Ze aanzongen het leven, ze aanzongen het licht, ze aanzongen de zon, mijn man. Ik zag het vuur, de gloed, de hartstocht in zijn ogen stralen, ik zag hoe hij naar het water keek, ik zag hem lijden, strijden, vechten – ik zag hem sterven. ‘Liever dan je te verliezen, wil ik je pijn, wil ik sterven met jou’, riep ik en wierp mijn zegelring, mijn gouden zegelring, het water in. Het universum, de wereld – alles, alles is verloren en halfdood en verdeeld sindsdien. De zon heerst over de dagen en de maan, stil en verlaten, verlicht de nachten. Enkel in de ochtend en voor het slapengaan, als de zon de zee verlaat of erin slapen gaat, kleurt de hemel, kleurt het firmament, licht het water even op – als weerkaatst het dood, beurs, bedorven goud.
Sprakeloos maakt mij dit!
Wondermooi…
Dankje, Carolien